diff options
Diffstat (limited to 'apps/user_ldap/l10n/nl.json')
-rw-r--r-- | apps/user_ldap/l10n/nl.json | 4 |
1 files changed, 2 insertions, 2 deletions
diff --git a/apps/user_ldap/l10n/nl.json b/apps/user_ldap/l10n/nl.json index a7dbe6a9afb..7c4acecdf8f 100644 --- a/apps/user_ldap/l10n/nl.json +++ b/apps/user_ldap/l10n/nl.json @@ -155,11 +155,11 @@ "By default the internal username will be created from the UUID attribute. It makes sure that the username is unique and characters do not need to be converted. The internal username has the restriction that only these characters are allowed: [ a-zA-Z0-9_.@- ]. Other characters are replaced with their ASCII correspondence or simply omitted. On collisions a number will be added/increased. The internal username is used to identify a user internally. It is also the default name for the user home folder. It is also a part of remote URLs, for instance for all *DAV services. With this setting, the default behavior can be overridden. Leave it empty for default behavior. Changes will have effect only on newly mapped (added) LDAP users." : "Standaard wordt de interne gebruikersnaam afgeleid van het UUID attribuut. dat zorgt ervoor dat de gebruikersnaam uniek is en dat tekens niet hoeven te worden geconverteerd. De interne gebruikersnaam heeft de beperking dat alleen deze tekens zijn toegestaan: [ a-zA-Z0-9_.@- ]. Andere tekens worden vervangen door hun overeenkomstige ASCII-waarde of simpelweg weggelaten. Bij conflicten wordt een nummer toegevoegd/verhoogd. De interne gebruikersnaam wordt gebruikt om een gebruiker intern te identificeren. Het is ook de standaardnaam voor de thuis-map van de gebruiker. Het is ook onderdeel van de externe URLs, bijvoorbeeld voor alle *DAV services. Met deze instelling kan het standaardgedrag worden overschreven. Laat het leeg voor de standaardwerkwijze. Wijzigingen hebben alleen effect voor nieuw gekoppelde (toegevoegde) LDAP gebruikers.", "Internal Username Attribute:" : "Interne gebruikersnaam attribuut:", "Override UUID detection" : "Negeren UUID detectie", - "By default, the UUID attribute is automatically detected. The UUID attribute is used to doubtlessly identify LDAP users and groups. Also, the internal username will be created based on the UUID, if not specified otherwise above. You can override the setting and pass an attribute of your choice. You must make sure that the attribute of your choice can be fetched for both users and groups and it is unique. Leave it empty for default behavior. Changes will have effect only on newly mapped (added) LDAP users and groups." : "Standaard herkent ownCloud het UUID-attribuut automatisch. Het UUID attribuut wordt gebruikt om LDAP-gebruikers en -groepen uniek te identificeren. Ook zal de interne gebruikersnaam worden aangemaakt op basis van het UUID, tenzij deze hierboven anders is aangegeven. Je kunt de instelling overschrijven en zelf een waarde voor het attribuut opgeven. Je moet ervoor zorgen dat het ingestelde attribuut kan worden opgehaald voor zowel gebruikers als groepen en dat het uniek is. Laat het leeg voor standaard gedrag. Veranderingen worden alleen doorgevoerd op nieuw gekoppelde (toegevoegde) LDAP-gebruikers en-groepen.", + "By default, the UUID attribute is automatically detected. The UUID attribute is used to doubtlessly identify LDAP users and groups. Also, the internal username will be created based on the UUID, if not specified otherwise above. You can override the setting and pass an attribute of your choice. You must make sure that the attribute of your choice can be fetched for both users and groups and it is unique. Leave it empty for default behavior. Changes will have effect only on newly mapped (added) LDAP users and groups." : "Standaard wordt het UUID-attribuut automatisch herkend. Het UUID attribuut wordt gebruikt om LDAP-gebruikers en -groepen uniek te identificeren. Ook zal de interne gebruikersnaam worden aangemaakt op basis van het UUID, tenzij deze hierboven anders is aangegeven. Je kunt de instelling overschrijven en zelf een waarde voor het attribuut opgeven. Je moet ervoor zorgen dat het ingestelde attribuut kan worden opgehaald voor zowel gebruikers als groepen en dat het uniek is. Laat het leeg voor standaard gedrag. Veranderingen worden alleen doorgevoerd op nieuw gekoppelde (toegevoegde) LDAP-gebruikers en-groepen.", "UUID Attribute for Users:" : "UUID attribuut voor gebruikers:", "UUID Attribute for Groups:" : "UUID attribuut voor groepen:", "Username-LDAP User Mapping" : "Gebruikersnaam-LDAP gebruikers vertaling", - "Usernames are used to store and assign (meta) data. In order to precisely identify and recognize users, each LDAP user will have an internal username. This requires a mapping from username to LDAP user. The created username is mapped to the UUID of the LDAP user. Additionally the DN is cached as well to reduce LDAP interaction, but it is not used for identification. If the DN changes, the changes will be found. The internal username is used all over. Clearing the mappings will have leftovers everywhere. Clearing the mappings is not configuration sensitive, it affects all LDAP configurations! Never clear the mappings in a production environment, only in a testing or experimental stage." : "ownCloud maakt gebruik van gebruikersnamen om (meta) data op te slaan en toe te wijzen. Om gebruikers uniek te identificeren, krijgt elke LDAP-gebruiker ook een interne gebruikersnaam. Dit vereist een koppeling van de ownCloud gebruikersnaam aan een LDAP-gebruiker. De gecreëerde gebruikersnaam is gekoppeld aan de UUID van de LDAP-gebruiker. Aanvullend wordt ook de 'DN' gecached om het aantal LDAP-interacties te verminderen, maar dit wordt niet gebruikt voor identificatie. Als de DN verandert, zullen de veranderingen worden gevonden. De interne naam wordt overal gebruikt. Het wissen van de koppeling zal overal resten achterlaten. Het wissen van koppelingen is niet configuratiegevoelig, maar het raakt wel alle LDAP instellingen! Zorg ervoor dat deze koppelingen nooit in een productieomgeving gewist worden. Maak ze alleen leeg in een test- of ontwikkelomgeving.", + "Usernames are used to store and assign (meta) data. In order to precisely identify and recognize users, each LDAP user will have an internal username. This requires a mapping from username to LDAP user. The created username is mapped to the UUID of the LDAP user. Additionally the DN is cached as well to reduce LDAP interaction, but it is not used for identification. If the DN changes, the changes will be found. The internal username is used all over. Clearing the mappings will have leftovers everywhere. Clearing the mappings is not configuration sensitive, it affects all LDAP configurations! Never clear the mappings in a production environment, only in a testing or experimental stage." : "Gebruikersnamen worden gebruikt om (meta) data op te slaan en toe te wijzen. Om gebruikers uniek te identificeren, krijgt elke LDAP-gebruiker ook een interne gebruikersnaam. Dit vereist een koppeling van de gebruikersnaam naar een LDAP-gebruiker. De gecreëerde gebruikersnaam is gekoppeld aan de UUID van de LDAP-gebruiker. Aanvullend wordt ook de 'DN' gecached om het aantal LDAP-interacties te verminderen, maar dit wordt niet gebruikt voor identificatie. Als de DN verandert, zullen de veranderingen worden gevonden. De interne gebruikersnaam wordt overal gebruikt. Het wissen van de koppeling zal overal resten achterlaten. Het wissen van koppelingen is niet configuratiegevoelig, maar het raakt wel alle LDAP instellingen! Zorg ervoor dat deze koppelingen nooit in een productieomgeving gewist worden. Maak ze alleen leeg in een test- of ontwikkelomgeving.", "Clear Username-LDAP User Mapping" : "Leegmaken Gebruikersnaam-LDAP gebruikers vertaling", "Clear Groupname-LDAP Group Mapping" : "Leegmaken Groepsnaam-LDAP groep vertaling", "Settings verified, but one user found. Only the first will be able to login. Consider a more narrow filter." : "Instellingen geverifieerd, slechts één gebruiker gevonden. Alleen de eerste kan inloggen. Overweeg een krapper filter." |